De lekkerste witlof

Video afspelen

Hugo Jongejan

Mede-eigenaar Witlofkwekerij LOF

Maar liefst 250.000 witlofwortels worden er per week verwerkt bij Witlofkwekerij LOF. aan de Pilotenweg bij Espel. En de witlof die daaruit groeit, gaat vervolgens de hele wereld over. Kan witlof alleen maar worden Gemaakt in dé Noordoostpolder? Nee, denkt mede-eigenaar Hugo Jongejan (40). ‘Maar in de polder kloppen wel alle omstandigheden.’

Al is het alleen al omdat voorganger Jan de Vries -de schoonvader van Jongejan en vader van zijn compagnon Gerwin de Vries- eind jaren zeventig al begon met de teelt van witlof. ‘Met 1 hectare, alleen voor de winterteelt’, zegt Jongejan met een glimlach. Tien jaar later breidde dat uit naar jaarrond witlofteelt én met de handel in witlofwortelen, die ook wel pennen worden genoemd.
De kennis en kunde die dat opleverde, leidde uiteindelijk naar het witlofbedrijf dat er anno 2023 staat bij Espel. Jongejan: ‘Wij telen nu ongeveer 500 hectare witlofwortelen, waarvan ongeveer 170 hectare voor onszelf is. De rest is voor andere kwekers. En onze witlofkwekerij trekken we ongeveer 70 hectare. Zo’n 1,5 hectare wortels wordt hier nu wekelijks verwerkt. Dat zijn dus die 250.000 stuks per week.’
En witlof kweken is misschien helemaal niet zo ingewikkeld, stelt de ondernemer. ‘Maar goeie witlof kweken wel. En daar hebben wij ons de afgelopen 45 jaar wel echt in gespecialiseerd.’

‘De polderbodem is vlak en strak’
De teelt, de opslag en het sorteren van de pennen gebeurt allemaal in de Noordoostpolder. ‘De polder is vlak en strak. Dat maakt de teeltomstandigheden heel gunstig. Maar dit is ook een agrarisch gebied, waardoor je goede landbouwgrond, water en goede mechanisatie en loonwerk om ons heen kunt vinden. Dat zorgt ervoor dat de lijnen altijd kort zijn.’
En dat weten ze ook in de rest van de wereld. Of misschien vooral juist in de rest van de wereld, legt Jongejan uit. ‘In andere landen weten ze heel goed dat de poldergrond relatief jong en heel vruchtbaar is. Niet voor niks komen hier de beste aardappelen en bijvoorbeeld tulpen vandaan. Zo ook onze witlofpennen, die staan wereldwijd hoog aangeschreven.’
Veel polderbewoners staan er niet zo bij stil dat de waarde van poldergrond behoorlijk hoog is, weet de witlofkweker. ‘Logisch ook, voor ons is dit allemaal heel normaal. Wij leven hierin. Maar in het buitenland wordt de kwaliteit van onze agrarische kennis en kunde veel meer gewaardeerd. Daarom exporteren we ook zoveel.’

In het buitenland wordt de kwaliteit van onze agrarische kennis en kunde enorm gewaardeerd.​

Kweken kan overal
Witlof kweken uit die pennen zou volgens Jongejan ook best op een andere plek dan de Noordoostpolder kunnen. LOF. heeft dan ook nog twee kwekerijen in Duitsland. ‘En er wordt ook in de rest van de wereld wel gekweekt. Vooral Nederlanders, Belgen en Fransen kweken witlof.’
Maar het zit hem wat hem betreft in de finesses. ‘Uiteindelijk kan iedereen wel witlof kweken, maar niet iedereen kan goeie witlof kweken. Het is toch nog best een precies proces en de moeilijkheid is dat je werkt met levend product en altijd afhankelijk bent van de weersomstandigheden.’
Want hoe werkt het ook alweer precies? Het eerste jaar is buiten, wanneer een zaadje uitgroeit tot een goeie, sterke wortel. Deze pen wordt in oktober geoogst met nog wat groen eraan -het groeipunt – en wordt daarna tot maximaal een jaar bewaard bij -2 graden Celsius.
Om de pen wakker te maken, wordt hij eerst ontdooid in ongeveer een week tijd. Daarna worden ze op zelf ontwikkelde trekbakken gezet, die in een donkere, warme en vochtige ruimte worden gereden. Na een week of drie is het groeipunt in het donker uitgegroeid tot een fris, wit stronkje ‘supergezonde’ witlof.

Licht uit
Groeien in het donker? Ja, witlof doet dat. ‘Als je hem in het licht zou laten staan, zou het blad verkleuren.’ Als de witlof klaar is, wordt hij bij LOF. geoogst, schoongemaakt, gesorteerd en verpakt. Daarna gaan ze naar allerlei verschillende afnemers, zoals supermarkten en ook relatief kleine kopers uit het buitenland, zoals Italië.
‘Iedereen heeft weer zijn eigen wensen. De één wil vooral de grote stronken, de ander juist de kleintjes. Mede daardoor is geen dag hier hetzelfde.’ Ook voor de witlof geldt dat LOF. de meeste productie exporteert.

Al met al een mooi vak, vindt Jongejan. ‘Wij hebben het hele proces van telen van pennen, koeling, bewaring en verwerking helemaal in eigen hand. Dat maakt het ook afwisselend en zorgt ervoor dat wij ons kunnen onderscheiden van andere kwekers.’
Je begint volgens de witlofkweker bovendien in principe elk jaar weer met een schone lei door het zaaien van de witlofzaadjes. En dan zijn we daarna vooral afhankelijk van het weer. Dat kan een nadeel zijn, maar het kan ook in je voordeel werken. Nu is bijvoorbeeld witlof schaars door weersomstandigheden en dat is gunstig voor de prijzen.’

‘Samen kom je verder’
Jongejan denkt dat de kwaliteit van polderproducten zoals zijn witlof zo hoog is, omdat de hele omgeving is ingericht op de agrarische sector en op elkaar is afgestemd. ‘We hebben de akkerbouwers en veehouders, mechanisatie en loonwerkers om ons heen. Samen kom je verder.’
Daardoor kunnen agrarische ondernemers voorop lopen qua teelt, mechanisatie en technologie. Jongejan: ‘Zoals bijvoorbeeld Paul Andela met zijn nieuwe robot voor het onkruid wieden. Dit doen wij met zijn allen en dat vind ik heel waardevol.’

tekst: Debora Boomsma – foto’s: Evelien Fotografie – video: FP Video